|
1.  |
eminent bn. 'uitmuntend' categorie: leenwoord Vnnl. eminent 'id.' [1503; Claes 1996]. Ontleend aan Latijn ēminēns (genitief -entis) 'vooruitstekend, uitmuntend', teg.deelw. van ēminēre 'uitsteken', gevormd uit ex- 'uit-' en het werkwoord -minēre 'omhoog steken', zie monteren. De betekenisontwikkeling van het Latijnse woord is vergelijkbaar met die van uitstekend uit uitsteken. De ontlening is wrsch. niet via het Frans verlopen, want de figuurlijke betekenis van Frans éminent is pas in 1559 geattesteerd.
|
naar boven
|