|
1. |
dreumes zn. 'klein kind' categorie: geleed woord, waarschijnlijk substraatwoord Nnl. dreumes 'klein persoon' [1769; WNT bijspelen], dreumis 'kind' [1842; WNT]. Wrsch. een afleiding met het achtervoegsel -es dat vaker wordt gebruikt voor persoonsaanduidingen, zie lobbes. Het grondwoord is vermoedelijk dreum, dreumel 'draad die van de schering overblijft', oorspr. 'klein stukje'. Te vergelijken valt mnd. drummel 'kort stukje; kort gedrongen persoon'; hierbij ook mnl. drom 'afgesneden einde van kettinggaren'; ohd. drum '(uit)einde, stam' en met andere ablaut: mnd. dram 'eind van draden in een weefsel'; on. þrömr 'rand'; van pgm. *þrum-, *þram-. De verdere herkomst is onbekend. Verwantschap met pie *ter- 'naar de andere kant komen' (IEW 1075) is zeer onzeker.
|
naar boven
|