1.   stokvis zn. 'gedroogde vis'
Mnl. stocvisch [1388; MNW].
Samenstelling van stok 1 en vis.
Stokvis is omwille van de houdbaarheid op een gestel van latten gedroogde vis, vooral kabeljauw. De benaming is afkomstig uit de Middelnederduitse verkeerstaal van het handelsverbond Hanze, en daaraan eveneens ontleend door het Hoogduits, het Engels en de Scandinavische talen.
Fries: stokfisk


  naar boven